Het claustrofobische gevoel dat de kamertjes opwekken, gold als uitgangspunt voor Annelies Van Camp [v.l.n.r.]. In een kamertje op het eind van de gang projecteert ze een spelend bandje dat bovendien echt door de kamer loopt. Aan de wanden zijn verschillende spoelen bevestigd waarlangs de filmband zijn weg aflegt. Waar in film de ruimte op het canvas wordt geprojecteerd en de kijker er een driedimensionale interpretatie aan geeft, wordt hier de ruimte zelf een kijkobject, afgebakend door het filmbandje. De spoelen lijken wel boeien, het bandje een ketting die je blik gevangen houdt. (c) Veto 2004
NED – ‘V.l.n.r.’ ,Ithaka 12, ‘Re-framed’, 2004
In een ruimte zijn in bepaalde hoeken film-spoelen geplaatst, waarlangs een super 8- filmpje wordt opgespannen. De spoel waarop het volledige filmpje zit, wordt via verschillende hoeken doorheen de hele ruimte geleid alvorens het de projector bereikt.
Hier wordt de ruimte niet door de ingrepen veranderd of omgevormd, maar geaccentueerd. De fysieke geaardheid, de ‘ruimte’ wordt extra belicht, met een betere waarneming en ervaring als gevolg. De hoogte, de breedte en de lengte van de ruimte worden geaccentueerd door het erlangs lopende filmpje. Wanneer het filmpje ten einde loopt, zal de ruimte nog een laatste maal ‘afgetast’ worden. Het gebeuren eindigt in de spoel en het lijkt wel of de ruimte zelf in de volle spoel verdwijnt.
De fysieke ruimte wordt gevangen via het traject dat het filmpje aflegt, maar het draaien van de film, het continue voorbijgaan duidt op het tijdloze karakter van een begrenzing.
Als film werd er een super 8 – filmband gebruikt (op vakantie in Venetië) waarvan de beelden steeds minder duidelijk worden door de spanning en de afstand die het bandje moet afleggen doorheen de installatie. Duidelijke sporen worden nagelaten; er rest ons uiteindelijk een abstract kleurenspel.
ENG – ‘V.l.n.r.’, 2004, Ithaka#12, BE Leuven
A super-8 tape projects ‘itself’. In a room are several empty super-8 film spools attached against the walls and in the corners. The tape runs trough the space from spool to spool. So it has to run trough the entire room before the end of the film reaches the projector and gets projected.
Here, the space does not get reformed or changed by the acts, but merely accentuated. The physical appearance, the height, the width and lenght of the space gets accentuated and therefor better experienced. When the tape reaches the end, the space gets touched for the last time before it ends up in the spool and virtually takes the whole room with it’
The physical space is captured through the trajectory of the film, but the turning of the film, the continuous passing, indicates the timeless character of a boundary.
As a film, a super 8 – tape was used (on holiday in Venice), the images become less clear due to the tension and the distance that the tape has to travel through the installation. Clear traces are left; an abstract play of colour remains in the end.